Natuur
In het Achterhoekse landschap rond Ruurlo staan weilanden en bermen vol wilde bloemen. Van de vroege tot de late zomer bloeien pinksterbloemen, paarse kattenstaart en gele wederik. Op warme namiddagen geurt de kamperfoelie. Langs de weilanden staan houtwallen, bosjes en dikke oude bomen die vaak zijn geplant als grensboom. Ze bieden beschutting aan onder meer vleermuis, specht, ijsvogel en boomkikker en natuurlijk, in de meer beboste plekken, reeën en de oehoe.
Bubo bubo
De oehoe (Bubo bubo) is de grootste Europese uilensoort. Deze roofvogel is ongeveer 70 cm hoog, met een spanwijdte van 160 cm. Kenmerkend zijn de grote ogen en de oorpluimen. In Nederland leven enkele uilenparen in de Achterhoek, Zuid-Limburg, Overijssel en Noord-Brabant. De Achterhoekse oehoe vliegt regelmatig over Manveld. Zijn typerende geluid heeft ‘s nachts een magisch tintje.
Sprong
Een groep reeën noemen we een sprong. Sprongen komen niet het hele jaar voor. Dat is eigenlijk alleen maar in de winterperiode. Voor de rest van het jaar leven reeën meer in kleine familieverbanden zoals een geit met twee kalfjes. Bokken leven meestal apart. Het ree is in principe een solitair dier. Op het Maneveld leeft een sprong reeën.